De generaal van het dode leger : roman
De generaal van het dode leger : roman
Details
246 p.
Besprekingen
De Standaard
Laten we daarom met het begin herbeginnen, dachten de samenstellers van Kritische Klassieken. Zijn debuut De generaal van het dode leger (1963), het negentiende deel van de bijzondere originele reeks, is misschien niet zijn allerbeste boek, maar het is ook geen buitenbeentje in zijn oeuvre: het is meteen vintage Kadare.
Een Italiaanse generaal en een priester reizen naar Albanië om twintig jaar na de feiten alle gesneuvelde Italiaanse soldaten van de Tweede Wereldoorlog op te graven en te repatriëren. Dat doet wat met een mens. Er hangt een unheimische spanning en vijandigheid over het bizarre verhaal, dat ook verfilmd werd. De publicatie bracht Kadare in een lastig parket, ook in zijn later werk hekelde hij (onrechtstreeks) het totalitarisme in zijn vaderland. Dat maakte zijn relatie met Albanië en zijn dictator Hoxha lastig en dubbelzinnig, en ook na de val van het IJzeren Gordijn bleef hij kritisch.
Trouwens: alleen al voor het grondige, interessante en verre van obligate nawoord van kenner Piet de Moor is deze fraaie heruitgave essentiële lectuur. Als ook u dit boek achter de kiezen hebt, weten we volgende oktober waarover we praten, mocht Kadare alsnog de Nobel krijgen.
Vertaald door Henne van der Kooy, Schokland (Kritische Klassieken 19), 248 blz., 24 €.